Hieronder staan enkele afspraken zoals ze onder alle betrokken ambulance verpleegkundigen verspreid zijn via de mail:

  • Geïncludeerde patiënten kunnen terecht bij alle ziekenhuizen, huisartsen en huisartsenposten in de regio. Dit kan doordat alle studie-gerelateerde handelingen verricht worden in de ambulance.
  • Als je een patiënt bij de huisarts ziet die wel in aanmerking zou kunnen komen voor dit onderzoek, stel het dan voor aan de huisarts. Bij twijfel kan altijd ter plekke met de onderzoekers (drs. Camaro of drs. Aarts) gebeld worden. Het definitieve besluit van een huisarts en/of specialist om de patiënt te (laten) beoordelen op de Eerste Hart Hulp (EHH) of Spoed Eisende Hulp (SEH) is leidend en daarom een exclusie criterium.
  • Bij inclusie van een patiënt: Een papieren ECG in de envelop toevoegen EN indien mogelijk een digitaal ECG verzenden naar de ARTICA postbus.
  • Iedere ambulance in regio’s Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden hebben een koelvakje, daar worden de troponine T stroken in bewaard, een reserve voorraad ligt in de koelkasten op de posten. Let op: de koelkastjes in de ambulances moeten aan blijven staan
  • In de regio’s waarbij koeltasjes worden gebruikt, moeten volgens de lokale afspraken de koelelementen verwisseld worden om de troponine T stroken gekoeld te kunnen bewaren.
  • Iedere maandag moet de analyzer gecontroleerd worden (de zogeheten IQC). Deze meting duurt ongeveer een halve minuut. Mocht het vergeten worden, dan kan het altijd ter plaatse nog (maar dat kost dan weer tijd).
  • De envelop met de ingevulde formulieren moet in de opiatenkast op een post (het maakt niet uit welke post). In sommige regio’s zijn andere verzamelplekken afgesproken.
  • In iedere opiatenkast ligt ook een voorraad aan mappen, enveloppen en bloedafname-materiaal. In sommige regio’s ligt deze voorraad op een andere centrale plek, neem hierover bij vragen contact op met de lokale onderzoekscoördinator.